De kardinale deugden
De kardinale deugden behoren vanaf de klassieke Oudheid tot de grote schatten van de westerse filosofie. Het gaat hierbij om de deugden van verstandigheid, rechtvaardigheid, dapperheid en gematigdheid. Als eerste verwoord door Plato, werden ze uitgewerkt door Aristoteles en zijn ze in het christendom nader geduid door Thomas van Aquino, die ze opnam in zijn theologisch-filosofische denken.
De filosoof Josef Pieper heeft op zijn beurt deze vier hoofddeugden willen actualiseren door ze aan de hand van genoemde denkers, met name Thomas, toegankelijk te maken voor onze tijd. Zijn vier essays hebben als rode draad de onuitputtelijke relevantie van de kardinale deugden voor het handelen van de mens: hij laat zien hoe bepalend ze in feite zijn voor de ontwikkeling van de menselijke persoon. In zijn helder geschreven teksten neemt Pieper de lezer mee op een filosofische zoektocht naar de wijsheid die een mens in staat stelt zich volledig te ontplooien.
Josef Piepers essays over de verstandigheid, rechtvaardigheid, dapperheid en gematigdheid zijn in 1960 afzonderlijk in Nederlandse vertaling verschenen. De kardinale deugden is daarvan een licht gewijzigde, gebundelde heruitgave.
Josef Pieper (1904-1997) wordt gerekend tot de belangrijkste katholieke filosofen uit de twintigste eeuw. Hij heeft filosofie, rechten en sociologie gestudeerd. Gedurende vele jaren heeft hij filosofische antropologie gedoceerd aan de Universiteit van Münster. Hij heeft veel gepubliceerd over fundamentele filosofische vraagstukken en werken van zijn hand zijn in vele talen vertaald. Zijn essays over de kardinale deugden worden gerekend tot zijn belangrijkste en invloedrijkste werken.
Katholiek Nieuwsblad, Peter Doorakkers
"..Piepers doordenking van de kardinale deugden heeft de tand des tijds behoorlijk goed doorstaan en zal ook de hedendaagse lezer (niet per se alleen de hedendaagse katholieke lezer) inspireren tot denken en doen."